Als u er zeker van wilt zijn dat het smeltpuntinstrument de juiste resultaten oplevert, moet u de meetnauwkeurigheid controleren. Omdat het niet mogelijk is om de temperatuur van het monster rechtstreeks met een gecertificeerde thermometer te meten, wordt de temperatuurnauwkeurigheid gecontroleerd met behulp van referentiestoffen, idealiter met gecertificeerde temperatuurwaarden. Zo kunnen we nominale waarden inclusief toleranties vergelijken met werkelijke meetwaarden.
Als de kalibratie mislukt, wat betekent dat de gemeten temperatuurwaarden niet overeenkomen met het bereik van de gecertificeerde nominale waarden van de respectieve referentiestoffen, moet het instrument worden afgesteld.
Het instrument moet worden afgesteld met ten minste twee referentiestoffen die het gehele vereiste smelttraject bestrijken. De kalibratie moet worden uitgevoerd met ten minste één smeltpunt van de referentiestof dat binnen het vereiste temperatuurbereik ligt. De nieuwe aanpassing moet worden gecontroleerd met een andere referentiestof dan die welke voor de aanpassing is gebruikt.
We raden u ten zeerste aan om de smeltpuntstandaarden van METTLER TOLEDO te gebruiken voor kalibratie- en justeringsdoeleinden van smeltpuntinstrumenten van METTLER TOLEDO. Elke smeltpuntreferentiestof wordt geleverd met een certificaat en zowel nominale farmacopee als thermodynamische smeltpunten op het etiket vermeld. De stoffen worden veilig geïdentificeerd met twee barcodes met daarop de vulcode en het partijnummer.
Daarnaast biedt METTLER TOLEDO een smeltpuntprestatieverificatiepakket, de MP VPac™, dat voorgevulde en verzegelde capillairen bevat voor gebruik bij de verificatie van instrumenten.